Kun je zzp’er zijn met slechts één opdrachtgever?

door onze redactie
Eén van de wettelijke voorwaarden die gesteld is om als ondernemer gezien te worden is dat je meer dan één opdrachtgever moet hebben. Deze regel is in leven geroepen om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Je zou dus géén zzp’er kunnen zijn als je (voornamelijk) werkt voor slechts één opdrachtgever. Uit een recentelijke uitspraak van het gerechtshof blijkt echter dat deze regel op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd en dat je ook met deze constructie wél gebruik kunt maken van de belastingtechnische voordelen voor ondernemers.

De hoeveelheid klanten en / of opdrachtgevers is volgens de letter van de wet één van de criteria om te bepalen of je gezien wordt als ondernemer. Je wordt als zelfstandige gezien als je drie of meer verschillende opdrachtgevers hebt. Als dit niet het geval is, kan je gezien worden als “schijnzelfstandige”. Schijnzelfstandigen doen zich voor als ondernemer om te profiteren van de ondernemersvoordelen, maar zijn dit niet. Volgens de Belastingdienst ben je in dit geval een werknemer van die ene opdrachtgever, en moet je voor deze rol belasting betalen. Je hebt dan géén recht op de ondernemersvoordelen. 

Schijnzelfstandige of niet volgens de wet DBA

De regels om de relatie tussen de samenwerkende partijen goed af te kaderen staan beschreven in de wet DBA, Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. In deze wet komt een duidelijke omschrijving van het begrip “gezagsverhouding” te staan. De wet heeft als doelstelling om zekerheid te bieden of er sprake is van een dienstbetrekking of een samenwerking tussen twee zelfstandige partijen. Dit is om een duidelijk inzicht te krijgen over zaken zoals loonheffingen en andere belastingtechnische zaken. 

Deze arbeidsverhouding werd in het verleden omschreven in de VAR, “Verklaring Arbeidsrelatie”. Dit document is inmiddels niet meer actueel, ondanks dat de wet DBA nog niet definitief is ingevuld. Hoewel er nog géén duidelijke voorschriften hierover zijn vastgesteld, zijn er wel al voorschriften met betrekking tot de hiërarchische structuur voorgeschreven. Een zzp’er moet, volgens de wet DBA, meerdere opdrachtgevers hebben om schijnzelfstandigheid te voorkomen. 

Wet DBA op verschillende manieren te interpreteren


Uit een recente uitspraak van het gerechtshof van Den Haag blijkt dat de Wet DBA op verschillende manieren is te interpreteren. De Belastingdienst heeft een zaak aangespannen tegen een zelfstandige paprikateler. Deze persoon had 90% van zijn inkomsten gegenereerd van één opdrachtgever. De Belastingdienst oordeelde dat deze teler niet als zelfstandig ondernemer gezien mocht worden, aangezien deze persoon geen facturen kon sturen aan drie afzonderlijke opdrachtgevers. Hierdoor zou deze persoon niet in aanmerking komen voor ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling.

De rechtbank oordeelde in hoger beroep echter anders. De paprikateler kon immers aantonen dat hij zelf kon bepalen welke opdrachten hij aannam en zelf kon uitmaken wanneer hij op vakantie ging. Dit was voldoende om de rechter te overtuigen dat deze persoon dus wél de recht had op de voorzieningen waarvan een zelfstandig ondernemer gebruik van mag maken. De paprikateler hoeft dus geen geld terug te betalen aan de Belastingdienst en ook de proceskosten komen niet voor zijn rekening.  

zzp’er met één opdrachtgever

Uit deze uitspraak blijkt dus dat de zelfstandigheid van de ondernemer leidend is in het beoordelen van schijnzelfstandigheid. Deze ondernemer in kwestie kon dus aantonen dat hij zelf zijn beslissingen kon maken en in dat opzicht aan niemand (zoals een werknemer dit zou moeten doen aan een werkgever) verantwoording hoeft af te dragen. 

Je kunt dus zzp’er zijn met één opdrachtgever, al is het natuurlijk verstandig om dit soort situaties te proberen te voorkomen. Vanzelfsprekend zal de mogelijkheid hiervoor afhangen van de branche waarin de zzp’er werkzaam is en of de zelfstandige voldoet aan de andere criteria die gesteld zijn om jezelf als ondernemer te profileren.  

Alle inspanningen van de regering met betrekking tot de invulling van deze wet lijken nog niet het doel bereikt te hebben. De wet DBA zou heldere kaders hierin moeten weergeven, maar in de praktijk blijkt dit zeker nog niet het geval te zijn. Het zal één van de uitdagingen zijn waar dit kabinet nog lang over zal moeten buigen om hier duidelijkheid in te scheppen.